Terug naar Schijndel 1880-1940

 

Hoofdstuk 8 – Vrije tijd en het verenigingsleven

 

Handboogschutterijen

Als het gaat om het invullen van vrije tijd was het schieten met handboog erg populair. Al in 1839 werd handboogvereniging Amicitia opgericht. Vier jaar later in 1843 kwam daar nog een vereniging bij – Landmansunie. Was Amicitia een vereniging waar vooral middenstanderslid van werden, Landmansunie was er met name voor de landman - de boer.

Bij het gouden jubileum van Landmansunie in 1893 blijken er niet minder dan zeven schutterijen in Schijndel te zijn. Naast Amicitia (president in 1893 was J.A. van Liempd) en Landmansunie (president P. van der Spank), waren dat: De Eendracht (pre­sident J.A. van der Spank), De Batavieren (president J.A. Knicknie), Soranus (president J.H. van den Boomen), Koningin Wilhelmina (president A.C. van Oorschot) en De Vriendenkring (president H. van Uden). Landmansunie vierde haar gouden jubileum met een nationaal concours.

 

Verenigingen drijven vaak op een paar personen. In het geval van Landmansunie kon de vereniging terugvallen op meerdere families - in het bijzonder de families Van den Boogaard, van Heeswijk en Kemps. Zo waren van het gezin van Johannes Kemps alle vier de zonen gedurende tientallen jaren aktief lid.

 

 

 

Foto van 1897: Bert, Piet, Tinus, Janus, Sien, Hanna, Adriana en Christina.

Ouders Johannes Kemps (1829-1904) en Anna Beekmans (1838-1907).

 

Ook Amicitia had een voortdurende toestroom van aktieve leden. De andere genoem­de verenigingen daarentegen moesten het loodje leggen.

Een heel bijzondere aktiviteit van Amicitia in de vorige eeuw was het zogenaamde al­of altschieten, waarbij een tafel met allerlei gerechten het doel van de schutters was. De namen van de etenswaren waren op een papier geschreven - als ook de namen van een aantal vermakelijkheden - zoals zaklopen, wanspringen en "Bachus op een ton". Degene die "alt" oftewel "alles" schoot, mocht alles eten wat op tafel stond. Schoot iemand een bepaald gerecht, dan moest hij dat eten ongeacht het was - bijvoorbeeld mosterd, ui of iets wat nog minder goed in de mond lag - op straffe van een geldboete. Wie "Bachus op een ton schoot" werd op een ton geplaatst kreeg een bril opgezet en in zijn handen een krant en Goudse pijp. Verder werd hem als teken van waardigheid een glas wijn aangeboden. Hij moest daar net zo lang blijven zitten tot iemand anders hetzelfde geluk overkwam.

De foto hieronder is gemaakt bij het eeuwfeest van Amicitia in 1939.

 

 

Staand: Harrie Verhagen, Tijn van Liempd, Herman van Schaijk, Bert van den Heuvel,

Jan van Thiel, Toon Tausch, Jan van den Heuvel, Gijs Kooijmans, B. van Osch,

Jan Kooijmans, H. van den Heuvel, Toon van der Eerden, P. van den Heuvel,

J. van de Rijdt, W. van Uden, Kees Keetels, Jo Pijnenburg.

Zittend: A. van Rulle, Müller, Toon Kooijmans, Bert van Rooij, Frans van Osch, J. Ver­straaten, A. Vugts, Jan van Liempd (Mallens), Toon Pennings, A. Herrnes, Cor van Thiel, Jan Kooijmans senior.

Vooraan: Guus Keetels, J. van Liempd, Van Rulle en Jo Kooijmans.

 

Muziek

Van oudsher is muziek iets wat de mens zeer bezighoudt. Naast vrije tijdsbesteding voor de beoefenaars zorgt het voor heel veel passief vermaak. De oudste vorm van muziek maken is feitelijk het gewone zingen. In Schijndel was lange tijd mannenkoor "De Dageraad" erg populair.

Omstreeks 1920 werd van de vereniging deze foto ge­maakt.

 

 

Boven: Jan Geerkens, Theo Wels, Harrie Bolsius, Cor van Thiel, Jan Hermes,

Harrie van Heertum, Marinus van Tartwijk en Bernhard van Veghel.

Midden: Bert van Rooij, Wout van Rooij, onbekend, Janus Voets,

Marinus Pijnen­burg, Johan van Tartwijk, Pieter Vugts en Huub van den Heuvel.

Voor: Cor van den Heuvel, Johan Kooijmans, meester Van Bussel, Gerard van Dijk,

Frits Bolsius, Toon Hermes, Toon van Domburg en Marinus Steenbakkers.

 

Het maken van muziek met ondersteuning van instrumenten óf met alleen maar in­strumenten is eveneens zeer oud. In de vorige eeuw raakte het in vele Brabantse dor­pen "in" om een fanfare op te richten. Bekend is dat er in Schijndel in 1848 al een dergelijke muziekvereniging was. Gestart als een gezelligheids-clubje werd het in 1855 tot een echte vereniging omgevormd: Sint Cecilia.

De fanfare ging heel nadrukkelijk een plaats "in" de dorpsgemeenschap innemen: bij belangrijke gebeurtenissen in het dorp zorgde Sint. Celilia voor de muzikale omlijsting.

 

Dirigent Roussel bouwde de fanfare in 1909 om tot een harmonie - dus met koperen en houten blaasinstrumenten en slagwerk. Van 1917 tot 1930 gaven vader en zoon P. en H. van Abeelen muzikale leiding aan de harmonie. De bestuurlijke leiding was toe­vertrouwd aan L.J. Bolsius (1880-1907), A.A.M.P. KooIen (1907-1911), H.G.]. Bolsius (1911-1913), A.E.A.M. Bolsius (1913-1925) en G.M. van Velthoven (1925-1945).

 

Het deelnemen aan een concours was iets waar allang van tevoren naar werd uitgeke­ken, en ... waar heel veel voor geoefend moest worden. Dat laatste liet nog wel eens te wensen over. In 1935 nam St. Celilia deel aan een concours in Lochem. Na de eerste prijs gewonnen te hebben moest er natuurlijk voor de fotograaf geposeerd worden.

 

 

Achter: Toon Voets, Jan Bolwerk, Bert Steenbakkers, Grard van Rozendaal,

Tinus van Beek, Harrie van Kasteren, onbekend en Marinus van Herpen.

2de rij achter: Janus Voets, Theo van Den Dungen, Johan van Liempd, Johan Kemps,

Martijn van Lier, Bert van Bokhoven, Nico de Laat, Bert van der Heijden,

Jan van der Ven, onbekend, Sjef van Tartwijk, Bernard Bolwerk, Adriaan van der Eerden,

Adrie de Greef, Antoon de Hommel, Huub van Osch, Janus van Rozendaal en Johan Hermes.

Midden het bestuur: Nico Verhagen, notaris Baggen, meester van Velthoven,

di­rigent Harrie van Abeelen, Harrie Jansen, architect Van Liempd en Antoon Hermes.

2de rij voor: Harrie Voets, Marinus van Osch, Harrie Verhagen, Jan van Liempd,

Harrie Steenbakkers, Marinus van Liempd, Jan de Laat, de "zwerver" en Jan van der Eerden.

Voor: Marinus van den Elzen, Wim van Liempd, Driek Dekkers, Jan van Osch, Piet Dekkers,

Gijs van Liempd, Tijn de Laat, Frans van Roosmalen en Toon Mathijsen.

 

Voetbal

Een favourite sport voor velen was voetbal. Vooral na de Eerste Wereldoorlog kwam deze sport op. Op straat werd er vaak door de jeugd tegen een balletje - of iets wat daar op leek - getrapt. De roep om te komen tot de oprichting van een voetbalvereniging vond steeds meer weerklank.

In 1919 was er in Schijndel een voetbalclub met de naam Amicitia. Een jaar later werd de naam veranderd in Prins Hendrik. Nadat deze vereniging ter ziele was gegaan werd omstreeks 1923 opgericht Sport Vereniging Molenheide (S.V.M.). Anders dan de naam doet vermoeden was de Molendijk of de Boschweg niet het thuishonk van S.V.M. Even­als de andere genoemde verenigingen was S.V.M. een club van het "dûrp". De verwij­zing naar de Molenheide had te maken met het feit dat directeur Boland van de Molen­heide de voetclub financieel steunde.

De reden is niet bekend maar omstreeks 1926 trok Boland zijn steun in en werd hij de stimulerende kracht achter de oprichting van een nieuwe voetbalvereniging: Ever Quick. Typisch is dat deze club in de volksmond ook weer "de Molenheide" werd ge­noemd. Met recht overigens want het aantal spelers van Ever Quick dat tevens bij tim­merfabriek De Molenheide werkte was opvallend groot. Op de foto - gemaakt in 1926 - is te zien dat er op hei gevoetbald werd.

 

 

Staand: Jan van de Meerendonk (wedstrijdsecretaris), Jan den Ot­ter, Jos de Hommel,

Piet den Otter, Jan van Rhee, Harrie van Engeland en Frans Schel­lekens (penningmeester).

Midden: Jan Boland, Jan van Alebeek, Toon de Hommel.

Voor: Driek van den Broek, Michielsen (uit Berlicum) en Nard van Engeland.

 

Na verloop van een aantal jaren ging het met Ever Quick niet meer zo best met als re­sultaat dat spelers naar andere verenigingen gingen.

In de loop van het seizoen 1933-1934 volgde de fusie van Ever Quick met een andere voetbalvereniging van de Boschweg - Avanti. Deze was in 1931 door kapelaan De Beer van de Boschweg als jeugdvereniging opgericht. Bepaald was dat men geen lid van de vereniging kon zijn als men ook niet lid van de Heilige familie was. Al snel kon de vere­niging 40 leden inschrijven. Behalve met voetbal hielden zij zich ook met atletiek, to­neel en gymnastiek bezig. In 1935 werd met deze aktiviteiten gestopt. Het eerste bestuur van Avanti bestond uit het hoofd van de lagere school H. Tibosch (voorzitter), A. van Oss (secretaris), G. van Oorschot (penningmeester) en als commissarissen G. van Rozendaal, H. van Kasteren en H. Oerlemans.

Zeker in het begin was het vaak behelpen om alles zo goed mogelijk door te kunnen laten gaan. Zo werd voor het uitzetten van lijnen zaagsel gebruikt. Later gebeurde dat met een "lijnenbak" - een wagentje waarin een mengsel zat van ongebluste kalk en water. Dat het werken met ongebluste kalk gevaarlijk is, daar werd niet zo'n acht op geslagen. Een van de elftallen uit de jaren dertig is hieronder te zien.

 

 

Boven: Hans van Liempd, Jos van Erp, Toon Hellings, Jos van Rozendaal en Jan van Wanrooij.

Midden: Toon Blommers, Tijn Dekkers en Piet Kivits.

Onder: Harrie Steenbakkers, Jan Bijsterbosch en Jan van Oorschot.

 

Op 6 mei 1927 werd door Janus van den Elzen, Willem Verhagen, Marinus de Groot en Jan Speeks de Heikantse Voetbal Vereniging (H.V.V.) opgericht. Laatstgenoemde werd de eerste voorzitter. Omdat er al een vereniging met dezelfde naam bleek te bestaan, moest een nieuwe naam aangenomen worden: Heikantse Voetbal Club. In 1930 kreeg de vereniging weer een nieuwe naam: Rooms Katholieke Voetbal Vereni­ging Schijndel.

Er was nogal wat onderlinge concurrentie tussen de voetbalverenigingen in Schijndel. Zo werd er door leden van Avanti gezegd dat "Schijndel" slechts met de steun van de direkteuren van Jansen de Wit overeind kon blijven.

R.K.V.V. Schijndel had al heel vroeg een supportersvereniging. Hierondereen foto gemaakt bij het eerste lustrum.

 

 

 

Boven: Willem Hubers en zijn vrouw Jaantje van der Eerden

- hun café was het thuishonk van de supportersclub.

2de rij: Bart van der Eerden, Gijs KooIen, Marinus van Delft,

Piet Bekkers jr. en Janus van den Dungen.

Midden: onbekend, Frans Bolwerk, Kees van Rozendaal, Huub van den Dungen,

Driek van Liempd, Piet Bolwerk, Jan Mauriks, Van de Bersselaar, Kees Manders,

Frans Kooijmans, Bert Vorstenbosch, Piet Cromsigt, onbekend, Willem van Breugel,

Toon Bo­zelie, Janus van Schijndel en Pieter van den Dungen.

Zittend: Johan Bozelie, Marinus van Dinther, Toon van den Heuvel,

Frans Mathijsen en Marinus van den Dungen.

 

Staat als datum van oprichting op de foto duidelijk 5 december 1931 vermeld - later is gesteld dat het jaar van oprichting van de supportersvereniging precies een jaar daar­vóór was - namelijk op 5 december 1930. Een opmerkelijk iets. Het zou inhouden dat al degenen die toen bij het maken van de foto aanwezig waren de foutieve vermelding niet in de gaten hadden. Erg waarschijnlijk is dat niet. Het lijkt er dan ook veel op dat het oprichtingsjaar achteraf gewoon foutief is vastgesteld. Hoe dan ook - als oprich­tingsdatum van de supportersvereniging wordt momenteel 5 december 1930 aange­houden.

In 1934 kwam voetbalvereniging "Schijndel" in de problemen. De club, die mee deed aan een competitie van de katholieke voetbalbond Rooms Katholieke Federatie (R.K.F.), kwam in dat jaar door indeling van de R.K.F. in een bepaalde klasse terecht. Vervolgens werd de club door de andere verenigingen in die klasse geboycot, omdat zij daardoor met een oneven aantal waren. "Schijndel" sloot zich hierna bij de neutrale bond N.V.B. aan. Maar deze royeerde de vereniging kort daarna vanwege "misleiding". Voor de club zat er niets anders op dan om terug te keren naar de R.K.F. Deze strafte "Schijndel" door de club naar de tweede klasse van de Interdiocesane Voetbal Compe­titie Bond (I.V.C.B.) terug te plaatsen.

In 1938 werd het tweede elftal kampioen. Ter gelegenheid daarvan werd deze foto gemaakt.

 

 

Achter: Martijn van Liempd, Jan de Laat, Harrie Steenbakkers, Mari Kivits, Harrie Mutsaars,

Kees van Haren, Tinus van Erp, Jo Janssen, Van der Pas (uit Boxtel), Toon Mathijsen,

Bert van Geffen, Nico Verhagen, Jan Speeks en kapelaan Van Hellenberg Hubar.

Zittend: Antoon Schakenraad, Leo van Doremalen, Huub van Osch, Willem van den Brand,

Broer Schellekens, Wim Kooijmans, Marinus Cromsigt en Henk Pennings.

 

Uitstapjes      

Een vorm van georganiseerde recreatie die vanaf de jaren twintig steeds propulairder werd was het maken van uitstapjes in groepsverband. Een belangrijke impuls daartoe kwam vanuit een bepaalde kring van opvoeders, namelijk onderwijzers en geestelij­ken. Het had te maken met het veranderde inzicht dat het goed was om er eens uit te zijn. De geestelijkheid zag er nog een extra voordeel in: door uitstapjes voor jongeren tijdens de kermis te plannen kon men ze van "verderfelijk" vermaak afhouden.

In 1927 namen de meesters De Smet en Peters van de jongensschool aan de Hoofd­straat het initiatief voor een uitstapje naar Nijmegen. Het nobele doel, namelijk het bieden van ontspanning aan kinderen, kon echter slechts voor een beperkt aantal kin­deren verwezenlijkt worden. Vanwege de kosten die aan het uitstapje verbonden wa­ren, waren de kinderen van de minder draagkrachtige ouders niet in de gelegenheid om mee te gaan.

 

 

Meester De Smet staat links en meester Peters rechts.

Achter: Louis Cromsigt, Jo Steenbakkers, Piet Kerkhof, Jo van Liempd, Piet Verhagen,

onbekend, Rozendaal, Cor van den Oetelaar, onbekend, Jan van Rozen­daal, J. Kusters,

Frans van Grinsven, J. van Weert, Gijs Schoenmakers en A. van de Westelaken.

Geknield: Jan van Helvoort, Wim Wouters, Harrie van der Steen, Harrie van der Lin­den,

H. Langenhuijzen, Bert van den Oetelaar en Antoon Timmermans.

Voor: Jan van Gestel, Mathieu Timmermans, Martijn Fransen en Huub van Ro­zendaal.

 

               

 Terug naar Schijndel 1880-1940